Deel 3: Hoe bereid ik mijn paard en de stal voor op de winter?

De meeste paarden hebben in de winter geen toegang meer tot de weide. Naast het risico op uitglijden op bevroren grond, vormen de watervoorziening en, voor paarden met stofwisselingsstoornissen, het hoge fructaangehalte van gras in de winter extra uitdagingen die het dagelijks grazen bemoeilijken. In de meeste stallen verplaatsen de dieren zich naar paddocks, die veel gemakkelijker winterklaar te maken zijn. Maar wat heeft je paard nodig in zijn weide? In het laatste deel van onze winterserie geven we je waardevolle tips voor onbeperkt weideplezier in de winter!

• Droog en windbeschut: Het weer kan extreem zijn tijdens het koude seizoen: aanhoudende regen, sneeuwval of ijzige wind – zelfs winterharde paarden met een dikke wintervacht verlangen naar een veilige schuilplaats bij extreme weersomstandigheden. Deze moet droog en windbeschut zijn. Zorg ervoor dat je paard altijd vrije toegang heeft tot zo’n schuilplaats, zodat hij zich daar kan terugtrekken. Lamellengordijnen in paddockstallen beschermen niet alleen tegen vervelende insecten in de zomer, maar fungeren ook als een ideale tochtwering in de winter.

• Winteractiviteiten: Paarden die in de winter niet dagelijks toegang hebben tot de weide, bewegen minder. Grazen, wat niet alleen zorgt voor een verzadigd gevoel maar ze ook bezig houdt, valt ook weg en verveling kan ontstaan in de stal of paddock. Er zijn veel verschillende manieren om je paard bezig te houden. Naast de reguliere werksessies (grondwerk, rijtraining, enz.) zijn er ook speeltjes voor je paard. Veel paarden worden echte voetballers met een paardenspeelbal, terwijl anderen het heerlijk vinden om aan een ritselend dier te knabbelen. Naast schuur- en massagestrips zijn hooi- of snoepballen ook welkome activiteiten.

• Beschikbaarheid van water: Het is lastig om bij temperaturen onder het vriespunt een constante watervoorziening in oefenruimtes te handhaven. Verwarmde drinkbakken beperken de inspanning tot een minimum. Zorg er in dit geval voor dat de waterleidingen minstens 1 meter diep in de grond worden gelegd, afhankelijk van de regionale temperatuur, om de leidingen tegen bevriezing te beschermen.

• Optimaliseer de bodemcondities: Tijdens het koude seizoen vormen modder, sneeuw en ijzige oppervlakken een groot probleem in paddocks en weiden. Als een paard constant op een vochtige ondergrond staat, is dit een ideale broedplaats voor de ontwikkeling van mok en rotstraal. Als er tijdens de aanleg van de paddock nog geen drainagesysteem aanwezig was, kunnen paddockmatten onder een gelaagde vloer het ergste voorkomen. Zelfs bij vorst kunnen paddockmatten in combinatie met zand het risico op uitglijden verminderen.
• Waar moet je op letten bij het grazen? Voordat de vorst invalt, is het een goed idee om de grond te egaliseren om struikelgevaar door bevroren modderpoelen, geulen, molshopen en andere oneffen oppervlakken te voorkomen. Overweeg ook om de stroomsterkte van de weideomheining te verhogen, aangezien paarden door hun wintervacht of outdoordekens het respect voor de omheining kunnen verliezen. Sneeuw en ijs moeten regelmatig van de geslagen draad en isolatoren worden verwijderd, anders bestaat het risico op aanzienlijk stroomverlies.

Ronde strengen zijn beter geschikt voor de winter.

Ronde strengen zijn beter geschikt voor de winter om een continue energievoorziening te garanderen, zelfs tijdens hevige sneeuwval. Sneeuw slaat eerder neer op de brede stroken, waardoor de energievoorziening wordt onderbroken. Op de smalle strengen slaat de sneeuw echter niet neer.

Voor gevoelige paarden met stofwisselingsstoornissen zoals EMS of ECS is het belangrijk om het fructaangehalte in het gras in de gaten te houden. Dit kan extreem hoog zijn, vooral op zonnige en vorstachtige dagen.