Paardrijzadels: welk zadel past bij welk paard?

Het zadel heeft binnen de paardrij-uitrusting een belangrijke taak: het moet het gewicht van de ruiter gelijkmatig verdelen, zodat er geen sprake is van een puntsgewijze belasting van de paardenrug. Bovendien moet het zadel de wervelkolom, schoft en schouders van het paard vrijhouden, omdat het paard zich anders niet vrij kan bewegen en op de lange termijn last kan krijgen van gespannen spieren, blokkades en vroegtijdige slijtage. Voor de ruiter vormt een zadel een stevige houvast met voldoende bewegingsvrijheid. Een goed zadel past zowel bij het paard als bij de ruiter.

Zadel

Opbouw van een zadel en zijn vormen

Klassieke zadels, zoals dressuurzadelsspringzadels en veelzijdigheidszadels hebben in principe dezelfde opbouw – met uitzondering van boomloze zadels. Van binnen naar buiten bekeken, bestaat een zadel uit de volgende onderdelen:

Zadelboom

De zadelboom vormt de basis van het zadel en bepaalt voor een groot deel zijn vorm. De welving van het zadel moet bij de welving van de paardenrug passen, kleinere afwijkingen kunnen later met de zadelkussens worden gecompenseerd.

Vroeger bestonden zadelbomen voornamelijk uit hout. Intussen hebben fabrikanten meer mogelijkheden om de zadelboom flexibeler en lichter te maken. Alleen bij westernzadels worden nog uitsluitend zadelbomen van hout gebruikt. Er worden ook wel verende bomen gebruikt, dat zijn zadelbomen met stalen veren, die meer elasticiteit bieden en dus prettiger voelen voor het paard. Ook zadelbomen van kunststof of zadelbomen van glasvezel zijn zeer licht en flexibel en geven bij de beweging van het paard enigszins mee. Deze worden echter gegoten en kunnen daarom achteraf niet meer aan de paardenrug worden aangepast.

Aan beide kanten van de zadelboom zitten de zogenoemde stijgbeugelhaken, waar later de stijgbeugelriemen aan worden vastgemaakt. De stijgbeugelhaak gaat bij een val open, zodat de stijgbeugelriem eruit glijdt en de ruiter niet achter het paard wordt aangetrokken.

De zadelkamer met kopijzer

Het kopijzer zit voor de zadelboom boven de schoft. Het geeft het zadel stabiliteit en houdt de schoft vrij, want het meeste gewicht van de ruiter ligt in het voorste deel van het zadel. De vrije ruimte tussen de uiteinden van het kopijzer en boven de schoft wordt zadelkamer genoemd. De uiteinden van het kopijzer, boomtakken genoemd, moeten parallel aan de schouder en verticaal richting de grond lopen.

 zadelkamer met kopijzer

Als het kopijzer te breed is, zal het zadel op de schoft duwen en zadeldruk veroorzaken. Als het echter te klein uitvalt, raken niet alleen de spieren rond de schoft bekneld, maar het zadel is dan ook niet stabiel. In veel moderne zadelmodellen worden veranderbare kopijzers gebruikt die ofwel traploos kunnen worden ingesteld of gewoon kunnen worden vervangen.

Van voorboom over het zitvlak tot aan de achterboom

Voor- en achterboom vormen de voorste en achterste grens van het zadel en begrenzen de welving, het zitvlak van de ruiter. Het zadel moet zodanig in balans zijn, dat het zwaartepunt in het midden van het zitvlak zit. Bovendien moet het zitvlak op de lengte van de ruiter aangepast zijn. Als het zadel voor de ruiter te klein is, zit hij oncomfortabel en dat heeft weer gevolgen voor de bewegingen van het paard. Als het zitvlak te groot is, zal de ruiter onvoldoende houvast hebben en in het zadel heen en weer glijden. Ook dat heeft negatieve gevolgen voor de bewegingen van het paard. De welving van het zitvlak en de hoogte van de achterboom spelen vooral bij spring– en gangenzadels een belangrijke rol. Meer hierover lees je in de leidraad over de zadelbeoordeling.

Zadelflap

Links en rechts hangen de zadelflappen aan het zadel omlaag. Hier liggen de benen van de ruiter tegenaan. Ze bieden houvast en helpen de ruiter om de gewenste zithouding aan te nemen. Afhankelijk van het type zadel, hebben de zadelflappen uiteenlopende vormen:

  • Een dressuurzadel heeft een rechte, lang naar beneden getrokken zadelflap om het lang gestrekte been van de ruiter te omsluiten.
  • Een springzadel beschikt over een korte, maar ver naar voren toe lopende zadelflap om het sterk gebogen been van de ruiter tijdens het springen de vereiste houvast te bieden.
  • Een veelzijdigheidszadel is een combinatie van beide zadels, waarbij de vorm van de zadelflap afhankelijk van het zwaartepunt ofwel naar de ene of de andere kant neigt.

Voor extra houvast bevindt zich in het voorste gedeelte van de zadelflap een zogenoemde wrong die ondersteuning biedt aan de knie van de ruiter. De uitvoering van wrongen kan variëren. Bij sommige zadelmodellen kunnen ze via een klittenbandsluiting worden verwijderd of vervangen.

Zweetblad en singelstoten

Onder de zadelflap zit het zweetblad dat voorkom dat de singelstoten en de zadelflap met paardenzweet in aanraking komen. Tussen zweetblad en zadelflap liggen drie singelstoten die afhankelijk van het zadeltype verschillend lang zijn: De singelstoten van een dressuurzadel vallen lang uit, omdat bij de lange zadelflap een korte singel wordt gebruikt. In tegenstelling hiertoe zijn de singelstoten van een spring– en veelzijdigheidszadel veeleer kort, omdat hier een lange singel wordt gebruikt.

Doorgaans worden de twee buitenste singelstoten voor de bevestiging gebruikt en dient de middelste als reserve. Soms kan voor aanpassingsdoeleinden ook de voorste en middelste of de middelste en achterste singelstoot worden gebruikt.

singelstoten

Zadelkussens

Zadelkussen

Als laatste nemen wij een kijkje onder het zadel waar zich de zadelkussens bevinden. Deze maken rechtstreeks contact met het paard (resp. de zadelonderlegger), houden het wervelkanaal vrij en bevatten een vulling. Ze moeten regelmatig worden opgevuld, omdat de vulling na enige tijd kan gaan klonteren, zodat er drukpieken ontstaan en waardoor de pasvorm van het zadel niet meer optimaal is.

De vorm van de zadelkussens bepaalt hoe de pasvorm van het zadel zich aan de rugvorm aanpast. Brede zadelkussens bieden een groot contactvlak en dus ook een betere drukverdeling. Daarnaast bepaalt de opbouw van het zadelkussen hoeveel contact de ruiter met het paard maakt: op brede, platte zadelkussens zit hij dicht tegen het paard aan. Smalle, ronde zadelkussens kunnen niet alleen puntsgewijze druk uitoefenen, maar zorgen ook voor een grotere afstand tussen ruiter en paard.

De lengte resp. vorm van de zadelkussens komt niet altijd overeen met het zitvlak. Afhankelijk van de vorm kunnen de zadelkussens de lengte van het zadel bij een gelijkblijvend zitvlak verlengen of verkorten. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen banaankussens (korte, gewerfde rug) en keilkussens (lange, rechte rug). Keilkussens steken naar achteren uit en verlengen het zadel en dus het contactoppervlak, waarbij het zitvlak niet dienovereenkomstig groter hoeft te worden. Banaankussens volgen de welving van het zadel en hebben in vergelijking met keilkussens een kleiner contactvlak. Daarom zijn ze beter beschikt voor korte paardenruggen.

Keilkussen
Keilkussen
Banaankussen
Banaankussen

Zadelkussens kunnen op twee manieren met het zadel worden verbonden. Normale zadelkussens zijn vastgenaaid aan het zadel, terwijl Franse zadelkussens via schroeven aan het zadel worden bevestigd. Het laatste heeft als voordeel dat ze beter meegeven met de buiging van het paard.

In het schoudergedeelte beschikt het zadel ook over zadelkussens. Ze worden onderverdeeld in normale zadelkussens en halve zadelkussens. Halve kussens zijn erg geschikt voor ronde paarden waarvan meer schouder onder de zadelflap aanwezig is. Bij smallere paarden verkrijg je met normale, lange kussens een betere stabiliteit van het zadel.

Voor westernruiters interessant:

Westernzadels wijken qua opbouw van klassieke zadels af. Hoe westernzadels zijn opgebouwd, lees je in onze leidraad over westernzadels.

Het juiste zadeltype: welke paardrijzadels bestaan er?

Voor elke discipline is er een bijpassend zadeltype:

Dressuurzadel

Zoals de naam al zegt, wordt het dressuurzadel voor het dressuurrijden gebruikt. Dankzij de lang naar achteren getrokken zadelflap en de diepe zit kan de ruiter goed contact maken met het paard en rechtop zitten.

De achter- en voorboom kunnen soms erg omhoog getrokken zijn, zodat de ruiter een lage, gecontroleerde zit heeft. Het dressuurzadel is hierdoor echter voor springen en in het terrein veeleer ongeschikt, omdat hierbij de ontlastende zit is vereist. Daarbij komen deels dikke wrongen op de zadelflap om de knieën tijdens het doorzitten nog beter te ondersteunen en het been te omsluiten. Hierdoor heeft de ruiter weinig bewegingsvrijheid.

Voor een dressuurzadel wordt een korte singel gebruikt.

Dressuurzadel

Springzadel

Springzadel

Wie over hindernissen wil springen, kiest voor een springzadel. De korte zadelflap strekt zich ver uit naar voren in de richting van de schouders van het paard, zodat de gebogen knie houvast heeft. De schoudervrijheid wordt hierdoor niet beperkt, omdat het vaste kopijzer achter de schouders ligt en het leer van de zadelflap flexibel is.

Om ervoor te zorgen dat de ruiter tijdens het springen of in galop makkelijker uit het zadel kan komen, valt het zitvlak vlakker uit dan bij een dressuurzadel. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen een diep, vlak en middeldiep zadel, waarbij een zadel met een diepe zit altijd nog vlakker uitvalt dan de welving van een dressuurzadel. Een vlak zadel biedt de ruiter erg veel keuzevrijheid over hoe hij zijn been en zijn zithouding aan de beweging van het paard wil aanpassen. Daarom zijn vlakke zadels eerder voor zeer goed gebalanceerde ruiters geschikt.

Veelzijdigheidszadel

Het veelzijdigheidszadel combineert de voordelen van dressuur- en springzadels en is zodoende zeer veelzijdig inzetbaar. Desondanks wordt er onderscheid gemaakt tussen het zwaartepunt dressuur en het zwaartepunt springen – afhankelijk van het zwaartepunt neigt de vorm van de zadelflap eerder in de ene of in de andere richting. Veelzijdigheidszadels met het zwaartepunt dressuur zijn zeer goed geschikt voor dagelijks paardrijden en ontspannen ritten in het terrein. Veelzijdigheidszadels met het zwaartepunt springen zijn allrounders en kunnen voor de bak, het terrein of de springtraining worden gebruikt. Veelzijdigheidszadels worden niet alleen graag door wedstrijdruiters, maar ook door recreatieve ruiters ingezet.

Veelzijdigheidszadels hebben een middelhoge achterboom die ook een diepe zit mogelijk maakt. Naast de normale wrongen op de voorste zadelflap, kunnen veelzijdigheidszadels ook een aanvullende wrong onder de kuit hebben.

Wandelzadels of trekkingzadels

Tijdens lange ritten moeten wandelzadels of trekkingzadels de ruiter een comfortabele zitpositie bieden en de druk voor het paard optimaal verdelen. Hiervoor zijn ze royaal gewatteerd, hebben een breed zitvlak en beschikken over een groot contactvlak. Als alternatief kan een westernzadel worden gebruikt.

Af en toe worden voor ritten of ook voor wandelritten boomloze zadelszadels met een leren boom of vachtzadels gebruikt. Deze zijn licht en comfortabel voor de ruiter. Ze verdelen de druk op de paardenrug echter minder goed dan een zadel met boom, zodat deze zadels meer geschikt zijn voor korte, gezellige ritten en niet voor trektochten met bagage.

Ben je klaar voor de volgende trektocht te paard?

In onze trektocht-leidraad hebben wij inpaklijst en een trainingsschema opgenomen, zodat jij en je paard perfect zijn voorbereid op de volgende trektocht.

Zadels voor IJslanders of gangenpaarden

Zadels voor gangenpaarden of IJslanders zijn speciaal ontwikkeld voor gangenpaarden en hun bewegingen: een vlakke zit met naar achteren gedrukt zwaartepunt biedt het paard de mogelijkheid om de voor de töltgang vereiste weidse beweging met de voorbenen uit te voeren. Hierdoor moet de ruiter verder naar achteren zitten zonder hierbij op de achterboom of het gevoelige lendengebied van het paard te gaan zitten. De vlakke vorm van zadels voor IJslanders is afgeleid van de gangenzadels van de American Saddlebreds. Om te voorkomen dat de ruiter in een stoelzit terechtkomt, is bij een zadel voor gangenpaarden ook de stijgbeugelophanging naar achteren verplaatst.

Zadels voor IJslanders

Over het algemeen moeten zadels voor IJslanders echter redelijk kort uitvallen, omdat deze paarden een korte rug hebben. Bovendien moet je bedenken dat een gangenzadel weliswaar erg goed is om de töltgang te verbeteren, maar de specifieke constructie van het zadel kan ook negatieve gevolgen hebben voor het aanleren van goede basisgangen. Dat moet je rekening houdend met de vaardigheden tijdens de training wel bedenken.

Meer informatie over de uitrusting van IJslanders vind je in onze leidraad over IJslanders rijden.

Zadels voor pony’s

Ponyzadel

Een ponyzadel is net zo opgebouwd als een klassiek zadel voor grote paarden, maar werd aan de anatomie van de pony aangepast. Het typische probleem bij veel pony-ruiter-paren is dat de ruiter te groot is voor het kleine zadel, dat het zadel te groot is voor de pony of dat het zadel op de rug van de pony vanwege een minder uitgesproken schoft geen houvast heeft en heen en weer glijdt.

Ponyzadels moeten natuurlijk zeer kort zijn, zodat ze niet op de lendenwervelkolom van de pony duwen. Het zitvlak is daarom 16,5 inch groot of valt minder klein uit. Maar de lengte van het zadel moet niet per se overeenkomen met het zitvlak. Een kort zadel kan ook een groot zitvlak hebben, zodat ook grotere ponyruiters goed kunnen zitten. Meer hierover lees je in het gedeelte over zadelkussens.

Er zijn maar weinig ponyrassen met een slanke romp, zoals dat wel bij de Duitse rijpony het geval is. Vaak hebben pony’s een corpulente, ronde romp en weinig schoft. Om ervoor te zorgen dat het zadel niet verschuift, is een breed, rond kopijzer belangrijk. Dan kan een maanvormige singel het ponyzadel op zijn plek houden.

Als alternatief voor een ponyzadel zijn er talloze rijpads voor pony’s op de markt. Deze zijn vooral voor beginners en wandelritten geschikt. Ze geven het kind houvast en bieden de pony meer comfort dan wanneer het kind rechtstreeks op de rug van de pony zou zitten. Kussens en pads zijn echter niet voor een langdurig gebruik geschikt of als het kind sportief wil rijden of ook eens wil draven of galopperen.

De juiste zadeltoebehoren: van singel tot stijgbeugelriem

Een aangepast zadel is van essentieel belang. Maar het moet ook op het paard worden bevestigd, de ruiter heeft houvast voor zijn voeten nodig en het zadel moet worden onderhouden en beschermd, zodat het jarenlang meegaat. Je moet dus ook over de juiste zadeltoebehoren beschikken! Onder de nuttige zadeltoebehoren vallen:

Singel:

Een singel houdt het zadel op de paardenrug en voorkomt dat het zadel met de ruiter naar de ene of de andere kant omlaag glijdt. Maar net zoals bij de zadels zelf, is er ook wat singels betreft een enorme keuze aan lengten en vormen die op de verschillende rompvormen van de paarden zijn afgestemd.

Korte singels worden vooral voor dressuurzadels en sommige barokke en Spaanse zadels gebruikt, dus zadels met een lange zadelflap en lange singelstoten. De correcte lengte van een korte singel wordt aan de hand van een gezadeld en aangesingeld paard bepaald. Het meetlint wordt van de onderkant van de zadelflap tot aan de onderkant van de zadelflap geplaatst. Van het meetresultaat wordt nog eens 30 cm afgetrokken. Lange singels daarentegen houden spring- en veelzijdigheidszadel op hun plaats. Om de correcte lengte van een lange singel te bepalen, wordt de lengte van het tweede gat (van onder) van de singelsloot van de ene kant naar het tweede gat (van onder) van de andere kant gemeten. Het meetresultaat staat gelijk aan de lengte van de singelstoot.

Vormtechnisch moet de singel net zo goed passen als het zadel. In de romp lopen namelijk erg veel spieren en fascia die bij een ongeschikte uitrusting beschadigd zouden kunnen raken. De volgende singels zijn verkrijgbaar:

  • Anatomische singel: de riem is aan de voorkant en achter in het ellebooggebied ver uitgesneden. Anatomische singels zijn goed geschikt voor paarden met veel ruimte tussen elleboog en de welving van de ribben.
Anatomische singel
  • Asymmetrische singel: de riem is alleen aan de voorkant in het ellebooggebied ver uitgesneden, de andere kant is recht. Asymmetrische singels zijn geschikt voor paarden met weinig ruimte tussen elleboog en de welving van de ribben.
Asymmetrische singel
  • Maanvormige singel: de riem is alleen voor in het ellebooggebied uitgesneden en net als de ribbenboog naar voren toe gewelfd. Maanvormige singels zijn geschikt voor corpulente paarden met een smalle borst waarbij het zadel vaak naar voren glijdt.
Maanvormige singel
  • Atletische singels: deze singel is de tegenhanger van maanvormige singels. De elleboogvrijheid zit eveneens aan de voorkant, maar de singel is juist naar achteren toe gevormd. Atletische singels zijn daarom geschikt voor slanke paarden met een wigvormige romp waarbij het zadel meer naar achteren glijdt.
Atletische singels
Correct geplaatste singel op het paard

Wanneer zit de singel correct?

Idealiter bepaalt het zadel hoe de singel moet zitten. Want als het zadel op de juiste plek op de paardenrug ligt, geven de singelstoten ook de positie van de singels aan. Tussen singel en elleboog moet ruimte zijn voor een platte hand.

Als de singellengte correct werd opgemeten, dan stoot de elleboog van het paard niet tegen de gespen of singelranden, het paard maakt geen kortere passen. Dat geldt met name voor korte singels. De elleboog mag niet tegen de gespen stoten. In plaats daarvan moet de vastgegespte korte singel tot aan de onderste zadelflaprand lopen.

Stijgbeugelriemen en stijgbeugels

Voor de juiste houvast in het zadel of voor een ontlastende zit horen stijgbeugelriemen en stijgbeugels aan het zadel te zitten. De riemen worden aan de stijgbeugelhaken van de zadelboom bevestigd en kunnen dankzij de gaten op verschillende beenlengten worden ingesteld.

Naast de klassieke leren riemen waarvan het overtollige uiteinde in een lus van de zadelflap wordt gestoken, zijn er ook korte stijgbeugelriemen. Deze worden vaak voor vrijetijdszadels of zadels voor IJslanders gebruikt. Hierbij zit de gesp onder, direct bij de stijgbeugel en voorkomt hiermee een eventueel drukken in de binnenzijde van het bovenbeen.

stijgbeugel

Sjabrakken, zadeldekjes en zadelpads

Sjabrak

Zadelonderleggers hebben niet de taak om de pasvorm van het zadel te corrigeren. Veeleer beschermen zij het zadelleer tegen paardenzweet en vuil. Ze zijn in verschillende kleuren en ontwerpen verkrijgbaar en geven de paardenoutfit een speciale uitstraling. Terwijl zadeldekken in de vorm van het zadel zijn gesneden, hebben sjabrakken een rechthoekige vorm en bieden dus meer stof dat onder het zadel uitkomt. Sjabrakken en zadeldekjes zijn niet alleen in verschillende maten, maar ook met uiteenlopende zwaartepunten verkrijgbaar.

Onder een springzadel past bijvoorbeeld geen dressuursjabrak, omdat anders de naar voren getrokken zadelflap op de naad zou duwen. Veelzijdigheidssjabrakken passen onder talloze zadels.

Zadelpads, zoals gelpads, correctiepads of keilkussens, zijn voor een tijdelijke correctie van een niet-passend zadel geschikt. Zij kunnen de onevenwichtigheid van de zadelpositie tijdelijk terug in evenwicht brengen, bijvoorbeeld als het paard tijdens de rust na letsel veel spieren heeft verloren en nu weer in de opbouwtraining zit. Maar in principe moet altijd eerst het zadel worden aangepast om het in evenwicht te brengen.

Meer lezen:

Uitgebreide informatie over de verschillen tussen zadeldek, sjabrak en zadelpad vind je in onze leidraad over zadelonderleggers. Hier lees je ook meer over de 6 fouten die je bij het gebruik van zadelonderleggers kunt maken.